Het fenomeen dat ooit werd toegeschreven aan topmanagers duikt nu even vaak op bij jonge werknemers, zorgpersoneel en zelfstandigen. Achter de cijfers schuilt een verschuiving in hoe het lichaam reageert op constante druk, en hoe artsen proberen in te grijpen voordat het te laat is.
Een wachtkamer vol vermoeidheid
De meeste huisartspraktijken melden sinds begin dit jaar een opvallende toename van patiënten met concentratieproblemen, slapeloosheid en hartkloppingen zonder medische oorzaak. Volgens gegevens van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) gaat het in België om ruim 150 000 langdurige ziekteverloven wegens burn-out of depressie. In Nederland registreerde het CBS in dezelfde periode dat één op de zes werknemers psychische klachten heeft die hun werk beïnvloeden.
Artsen beschrijven hoe consultaties verschuiven: minder verkoudheden, meer gesprekken over mentaal herstel. Die trend zet druk op zowel huisartsen als werkgevers, want elk dossier betekent vaak maanden afwezigheid en complexe opvolging.

De onzichtbare drempel tussen stress en ziekte
Het onderscheid tussen tijdelijke overbelasting en een beginnende burn-out is flinterdun. Artsen verwijzen naar drie vroege signalen die steeds terugkeren:
- Een plots verlies aan motivatie bij taken die vroeger vanzelf gingen.
- Lichamelijke klachten zonder duidelijke oorzaak: rugpijn, maaglast, hoofdpijn.
- Energieverlies dat ook na rust of vakantie niet herstelt.
Volgens de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid duurt het gemiddeld negen maanden voor iemand officieel terugkeert naar werk na een burn-outdiagnose. Die termijn vormt meteen de grens waarop preventieprogramma’s effect moeten hebben: vóór maand drie ingrijpen vergroot de kans op volledig herstel aanzienlijk.
Werkritme als risicofactor
Een studie van IDEWE onder 20 000 werknemers toont dat wie wekelijks meer dan 48 uur werkt, dubbel zoveel kans heeft op burn-outsymptomen als wie onder de grens van 40 uur blijft. Toch blijven overuren structureel ingebakken in sectoren als logistiek en zorg. De spanning ligt tussen productiviteitseisen en menselijke grenzen — een debat dat niet alleen werkgevers maar ook beleidsmakers raakt.
| Sectorgroep | Aandeel met burn-outklachten (%) | Gemiddelde werkweek (uren) |
|---|---|---|
| Zorg & onderwijs | 28 | 45 |
| IT & communicatie | 22 | 46 |
| Logistiek & transport | 24 | 47 |
| KMO/zelfstandigen | 31 | 52 |
De cijfers illustreren hoe economische groei paradoxaal gepaard gaat met verminderde veerkracht. Terwijl bedrijven investeren in digitalisering, neemt de mentale belasting voor werknemers toe door constante bereikbaarheid en onzekerheid over prestatiescores.
Tijd als medicijn én luxeproduct
Patiënten vertellen hun arts vaak “geen tijd” te hebben om te herstellen. Toch blijkt tijdsmanagement precies het ontbrekende ingrediënt in veel re-integratietrajecten. Psychologen waarschuwen dat rustmomenten pas effect hebben wanneer ze structureel worden ingepland, niet enkel tijdens vakanties of weekends.
Sommige ziekenfondsen bieden sinds vorig jaar specifieke terugbetalingen voor coachingtrajecten tot maximaal €600 per persoon per jaar. Die maatregel moet drempels verlagen, maar roept vragen op: wie betaalt de resterende kosten, en bereikt men zo wel de meest kwetsbaren?
Tussen medische plicht en menselijke maat
Voor artsen zelf groeit de spanning tussen zorgplicht en capaciteit. De Orde der Artsen ontving in 2023 ruim 400 meldingen over overbelasting bij huisartsen – een verdubbeling ten opzichte van vijf jaar eerder. Wanneer genezers zelf uitvallen, komt de continuïteit van eerstelijnszorg onder druk te staan.
WelzijnHet hardloopschema dat beginners volgen om vooruitgang te boeken zonder blessuresSommige praktijken experimenteren intussen met groepsconsultaties of digitale opvolging via beveiligde platformen om tijd vrij te maken. Toch blijft persoonlijke nabijheid cruciaal bij mentale problematiek: geen algoritme kan nuance horen in stemtoon of stilte herkennen als signaal.
Mogelijke uitwegen binnen handbereik
Diverse instanties zetten nieuwe instrumenten klaar om vroegtijdig signalen te detecteren. Het Vlaams Instituut Gezond Leven ontwikkelde samen met Sciensano een online vragenlijst waarmee burgers hun eigen risicoprofiel kunnen inschatten; bedrijven gebruiken aangepaste versies in welzijnsbeleidscans. Daarnaast verplicht de Europese richtlijn inzake psychosociale risico’s (2024/151/EU) ondernemingen vanaf januari 2025 tot jaarlijkse rapportage over stressindicatoren.
Achter deze regelgeving schuilt één ambitie: voorkomen dat burn-out chronisch wordt genormaliseerd. De uitdaging ligt erin cijfers niet louter te registreren maar ze om te zetten in dagelijkse keuzes — van roostering tot pauzecultuur — waarin herstel weer evenveel gewicht krijgt als inzet.




Burn-out lijkt tegenwoordig de nieuwe verkoudheid 😅
Goed dat artsen dit eindelijk benoemen. Dank voor het delen!
Waarom wordt er nooit gesproken over werkgevers die structureel overuren afdwingen?
Interessant artikel, ik herken zoveel van mezelf hierin…