Rondreis Dag 1: maandag 25 juni: Amsterdam-Scalloway
Startpunt van onze rondreis met ‘Offshore Yacht Charter’ is Scalloway op de Shetland eilanden. We worden rond 18. 00 uur aan boord van zeiljacht ‘Cherokee’ verwacht en hebben voldoende tijd om de hoofdstad Lerwick te bekijken. Lerwick ligt op het grootste eiland van de Shetlands, Mainland. Het is maar een klein stadje, maar het heeft wel een leuk centrumpje met een winkelstraat vol met mooi Shetland ‘knitwear’ met de bekende truien, sloffen en meer mooie spullen. De huizen en andere gebouwen zijn gemaakt van de typische grote grijze steenblokken die je veel ziet in Schotland.
Voor de liefhebbers van de politieserie Shetlands, het huis van Inspector Perez ligt in het centrum aan het water, je kunt het niet missen.
De Cherokee ligt bij de Scalloway Boatclub. Daar is het heel stil, er liggen geen andere jachten aan de steiger. Wel wordt er ’s avonds geroeid in mooie houten sloepen die nog erg op de Vikingschepen lijken.
Op de eerste avond maken we kennis met de andere gasten en Rosa, de nieuwe maat. Omdat dit al onze vijfde rondreis met de Cherokee en Schipper Jouke wordt, voelen we ons direct al weer thuis aan boord.
Rondreis Dag 2: dinsdag 26 juni: Scalloway-Walls
Scalloway heeft een bezienswaardige kasteelruïne en pal daarnaast een klein museum. Dit museum besteedt veel aandacht aan de Tweede Wereldoorlog en de Shetland Bus, een verzetsgroep, die met vissersboten tussen het door de Duitsers bezetten Noorwegen en Schotland en de Shetlands voer.
We zeilen rond de middag weg uit Scalloway en varen richting het noordwesten, naar Walls. Dit dorp ligt net als Lerwick en Scalloway op ‘Mainland’. Het wordt steeds zonniger.
Er is geen jachthaven maar wel een vissershaven waar we tegen de kade afmeren. Bij de vissershaven begint een coastal walk. Helaas is er geen pub, maar er zijn wel vriendelijke locals die je op de thee vragen als je naar de pub informeert.
Rondreis Dag 3 en 4: woensdag 27 juni en donderdag 28 juni: Walls- Tvøroyri
Vandaag vertrekken we richting de Faeröereilanden, de afstand is ruim 200 zeemijlen. Iedereen wordt in wachten ingedeeld en dat betekent dat we elkaar om de drie uur elkaar zullen afwisselen. Het blijft bijna de hele nacht licht, omdat we zo Noordelijk zeilen.
We passeren een groot aantal olieplatforms en maar één vissersschip. Bij de wisseling van de wacht, om 4.30 uur in de morgen, zwemmen groepjes dolfijnen rond de Cherokee. In de verte zien we zelfs een paar grienden.
Rosa bakt pannenkoeken voor het ontbijt. Rond 10.00 uur horen we via de marifoon voor het eerst de kustwacht van de Faeröer. Maar we zien dan alleen nog maar water, geen olieplatforms, geen andere schepen en helaas ook geen dolfijnen meer. Er staat weinig wind en het is een beetje mistig. Tegen middernacht zien we de lichten op Suðuroy, het zuidelijkste eiland van de Faeröer. We varen de fjord in en leggen aan in Tvøroyri (spreek uit: Tveu-roi-ri).
Rondreis Dag 5: vrijdag 29 juni: Tvøroyri
De Cherokee is nog niet eerder in Tvøroyri geweest. Er is een ‘touristoffice’ die alleen door de week geopend is. Gelukkig is het vandaag vrijdag. We besluiten niet de twee beschikbare fietsen te huren, we zijn namelijk met zijn achten, maar naar het buurdorp Froðba te wandelen. Daar zijn rotsen aan zee en er is een spectaculaire grot. Onderweg stoppen we bij Café Mormor, aanbevolen door de touristoffice. Het is een gezellig en knus café, in een authentiek huisje. Op de kaart staan specialiteiten als rabarbercrumble, wortelbrood, smoothies en chocoladecake, maar je moet er wel de tijd voor nemen. Dat doen de dames van Mormor ook. We zitten uiteindelijk langer in het café dan dat we gewandeld hebben, maar Café Mormor is een aanrader.
Rondreis Dag 5: zaterdag 30 juni: Tvøroyri-Skalavik
Een prachtige zonnige ochtend die Ernst en Ursula gebruiken voor een hike naar het noordwesten met een indrukwekkend uitzicht over de andere kant van het eiland. Wij maken een kleiner rondje en passeren onder andere het mooie houten clubhuis van de roeivereniging.
We vertrekken rond de middag richting het eiland Sandoy en zeilen langs de kleine eilandjes Lítla Dímun en Stóra Dímun. Dat laatste eiland is bekend geworden door een uitzending van Floortje Dessing. Zij bezocht dit kleine eiland van niet meer dan 2,5 km2 waarop twee gezinnen wonen. We leggen aan op Sandoy in het kleine haventje van Skalavik.
Er is geen winkel, maar wel een kiosk. Daarin staat een breiende oude dame die heel hulpvaardig is, maar geen woord Engels spreekt. We kopen uiteindelijk maar een rol koekjes, hoewel we eigenlijk extra groente wilden kopen, maar ze had alleen aardappels en uien. Maar Skalavik heeft nog meer te bieden. Een groot modern hotel dat net buiten het dorp ligt, een mooi oud kerkje met een karakteristiek grasdak en een havencafé waar alle dorpsbewoners plus passanten in passen.
We treffen het, het café wordt toevallig die avond feestelijk heropend. Er is live muziek en er is een dj. Het café staat vol met oude bankstellen en we krijgen een eigen zithoek toebedeeld. De meeste gasten zijn ongeveer net zo oud als de bankstellen. Alle locale biertjes worden geproefd en we vragen verzoeknummers aan totdat gevraagd wordt of het wat rustiger kan met die muziek, een van de aanwezige locale dames is een beetje moe. Tijd om terug te gaan naar de Cherokee.
Rondreis Dag 6: zondag 1 juli: Skalavik- Tórshavn
Het is stil op zondagochtend in Skalavik, maar bij de kerk is het heel druk, want er is een doop. Door het raam van de kerktoren kun je zien hoe iemand aan het touw trekt om de klok te luiden. De dominee ziet er heel historisch uit, hij draagt een zwarte toga met een Willem van Oranjekraag. Vlakbij de haven is een huisje waar de verwarming aan is, oude meubels staan en de theekopjes al klaar staan. Overal hangen zwartwitfoto’s. Dit blijkt niet de wachtruimte voor de bushalte te zijn, maar het ‘clubhuis’ van de oude mannen van Skalavik.
We vertrekken weer rond de middag en zeilen in 6 uur naar Tórshavn, de hoofdstad van de Faeröereilanden. Bij aankomst in de haven zijn de rode houten gebouwen met grasdaken het meest opvallend.
Dit blijken de regeringsgebouwen te zijn. In de jachthaven is het druk, maar we krijgen een goede ligplaats, aan de belangrijkste kade met restaurants en cafeetje en bij de mooiste gebouwen van de stad.
Omdat dit de laatste avond is voor Ernst, Ursula, Romy en Marc gaan we uit eten in restaurant Hvonn. Daarna nog naar een Ierse pub, waar het op zondagavond niet heel druk is en tot slot naar café Zirkus. In dat café bestelt Leendert een Rodenbach en dat blijkt het duurste biertje dat hij ooit besteld heeft, namelijk 18 euro per flesje. Om middernacht moet het café sluiten, het is immers zondag. Gelukkig worden voor alle drankjes die we op dat tijdstip nog niet op hebben, plastic bekers uitgedeeld, zodat we die drankjes nog gezellig buiten onder de straalkachel kunnen opdrinken, totdat ook de kachel uit wordt gedaan. Vervolgens worden ook de stoelen naar binnen gebracht, terwijl het zachtjes begint te motregenen.
Rondreis Dag 7: maandag 2 juli: Tórshavn
Vanuit Torshaven loopt een mooie wandelroute van ongeveer 7 km naar Kirkjubøur. Hoewel het een beetje miezert, gaan we op pad. Het lukt ons buiten de stad niet direct om het begin van het pad te vinden, maar uiteindelijk vinden we de route. Er is hier verder helemaal niemand. De wandelroute wordt aangegeven door kleine hoopjes stenen.
Omdat het inmiddels ook mistig is geworden, ontbreekt het beloofde mooie uitzicht, maar zo blijft wel spannend waar we zullen uitkomen. De kathedraal van Kirkjubøur blijkt geen dak meer te hebben, maar aan de restauratie wordt gewerkt. Hier kun je het oudste bewoonde huis van Europa bezoeken, de boerderij Roykstovan die al sinds de 11e eeuw bewoond wordt. Er is helaas geen gezellig cafeetje. Gelukkig is er wel een verwarmd wachtlokaal bij de bushalte waar elk uur een (gratis) bus naar Tórshavn vertrekt. Bij de bushalte ontmoeten we Carla, zij is de tweede week ook te gast aan boord. De andere nieuwe passagiers, Laura en Eileen, de vrouw en dochter van Jouke en Janneke worden pas heel laat verwacht, hun vliegtuig heeft vertraging door de mist.
Rondreis Dag 8: dinsdag 3 juli : Tórshavn-Hestur
Een zonnige morgen die we gebruiken om de mooiste gebouwen van Tórshavn nog een keer te fotograferen. De donkerrode regeringsgebouwen op Tinganes zien er in de zon natuurlijk nog mooier uit, net als de kathedraal en de vuurtoren.
We zeilen vandaag naar Hestur en kunnen nu Kirkjubøur vanaf het water zien liggen. Hestur heeft een kleine beschutte haven en vandaar kijk je op het volgende eiland, Koltur.
Rondreis Dag 9: woensdag 4 juli: Hestur- Sørvágur
Er wordt druk gevist op het havenhoofd als we Hestur verlaten en het is weer een beetje mistig.
Maar onderweg naar het fjord van Sørvágsfjørður wordt het steeds zonniger. Het waait stevig en het water is behoorlijk ruig, er zijn ook hier en daar stroomversnellingen. De ingang van het fjord is spectaculair door de indrukwekkende steile rotsen van Dranganir.
We varen langs het dorpje Bøur en leggen aan het einde van het fjord aan in Sørvágur. Daar informeren we naar de mogelijkheden om met de bus de omgeving te bekijken. De bus rijdt alleen naar de hoofdstad Tórshavn, maar ons wordt verzekerd dat je prima kunt liften als je ergens anders op het eiland heen wilt.
Rondreis Dag 10: donderdag 5 juli: Sørvágur
Na een royaal Engels ontbijt gaan we te voet op weg naar het mooie dorpje Bøur. Het is zo’n 5 km lopen, langs het water van het fjord. Er staat een hele harde wind, dus is het wel prima dat we vandaag niet op zee zijn. Onderweg hebben we ook weer goed zicht op de rotsen van Dranganir. Bøur is klein, maar wel echt fotogeniek.
We hebben gehoord dat ook het verderop gelegen dorpje Gásadalur de moeite waard is vanwege de waterval. Dat is nog 7 km lopen waarbij we ook de tunnel door moeten van 1,7 km. We besluiten vlak voor de ingang van de tunnel te gaan liften, omdat het ons geen goed idee lijkt om te voet door de smalle tunnel te lopen. De eerste auto die voorbij komt, neemt ons mee. De jonge bestuurder raadt ons dringend voorzichtig te zijn bij de waterval. Je waait daar gemakkelijk van de rotsen af. De tunnel dateert uit 2004, daarvoor was het dorp alleen maar te voet over de berg bereikbaar en daardoor erg geïsoleerd. Nu komen er toeristen voor de waterval en is er een winkeltje en een klein restaurant.
Ook op de terugweg blijkt het geen probleem te zijn om weer een lift te vinden. Er stopt een oude Citroen en de nog veel oudere chauffeur neemt ons helemaal mee naar Sørvágur. Omdat er maar zo’n vijf zeiljachten per jaar naar Sørvágur komen, weet hij, wanneer we hem vertellen dat we zeilend onderweg zijn, direct dat we met het mooie lichtblauwe zeiljacht gekomen zijn.
Rondreis Dag 11: vrijdag 6 juli: Sørvágur-Vestmanna
We verlaten Sørvágur en daarmee het eiland Vágar en zeilen naar Vestmanna (spreek uit: Westmanna). Vestmanna is bekend vanwege zijn vogelkliffen die je vanuit een boot kunt bekijken. Vestmanna ligt op het eiland Streymoy. Vandaag komen in Vestmanna ook de oude traditionele zeilschepen aan die meedoen aan de Faroyer regatta. Er is een feest in de haven met barbecue, vreugdevuur en springkussens voor de kinderen. De volgende dag zijn er roeiwedstrijden gepland, daarvoor wordt ‘s avonds nog getraind.
We worden uitgenodigd aan boord van een van de oude schepen, de Dragin, en krijgen een rondleiding van een oude kennis uit Tórshavn. Hij is douanebeambte/havenmeester in Tórshavn, maar ook vrijwilliger op de Dragin. Hij laat trots het schip zien dat in 12 jaar tijd helemaal gerestaureerd is door vrijwilligers en waarmee men vroeger bij IJsland ging vissen.
Rondreis Dag 12: zaterdag 7 juli: Vestmanna- Eiði
De schepen van de Faroyer regatta verlaten Vestmanna al in de ochtend, wij vertrekken later, maar jammer genoeg te vroeg om de jaarlijkse roeiwedstrijden mee te maken. We zetten koers naar de beroemde vogelkliffen van Vestmanna.
Vlakbij het eiland Eysturoy passeren weer een twee opvallende rotsen met de prachtige namen Risin en Kellingin. Dat betekent de Reus en de Heks.
Ze liggen vlakbij het plaatsje Eiði (spreek uit: Ai-je). Oorspronkelijk was het de bedoeling naar Tjørnuvík te varen, dat ligt nog op Streymoy en vandaar zouden we misschien naar Saksun kunnen gaan. Maar gezien de windrichting en verwachte windsterkte (windkracht 6 tot 7) is het verstandiger om naar Eiði te zeilen.
Rondreis Dag 13: zondag 8 juli: Eiði-Klaksvík
Onze zondagochtendwandeling rond Eiði neemt iets meer dan een uur in beslag. Er is een pad langs het meer en daarbij een camping die op een voetbalveld van kunstgras. Dat ziet er heel onnatuurlijk uit, terwijl de omgeving toch heel mooi is.
Op de terugweg belt Jouke ons, er ligt een walrusbaby te zonnen op de rotsen. Daar moeten we natuurlijk naar gaan kijken. We willen het dier natuurlijk niet te storen. Met een goede telelens kun je toch heel dichtbij komen. Na alle foto’s van schapen die ik inmiddels gemaakt heb, is dat natuurlijk wel echt iets bijzonders.
We verlaten Eiði en varen weer langs de Reus en de Heks.
Er staat voldoende wind en we komen tegen de avond aan in Klaksvík. Hier hebben de bergen een hele bijzondere piramidevorm.
De steigers in de haven van Klaksvík lijken spiksplinternieuw. We horen dat vorig jaar door een extreem zware storm bijna alle steigers waren vernield.
Rondreis Dag 14: maandag 9 juli: Klaksvík- Tórshavn
In verband met het getij moeten we vroeg vertrekken uit Klaksvík. We passeren opnieuw de piramidebergen en zijn nog voor de middag in Tórshavn. Het kost wat moeite om een plaatsje te vinden, maar uiteindelijk liggen we toch weer heel centraal.
We hebben dan nog alle tijd voor een bezoek aan het Nationaal Museum. Dat ligt een eindje buiten de stad, maar is met de bus prima te bereiken. Er hoort ook nog een klein openluchtmuseum bij.
We gaan ‘traditiegetrouw’ eten in restaurant Hvonn en maken de laatste avond nog een korte wandeling door de stad.
Rondreis Dag 15: maandag 10 juli : Tórshavn
We moeten vroeg met de taxi naar het vliegveld. De vlucht naar Kopenhagen duurt zo’n twee uur.
Kort na het opstijgen hebben we nog een mooi uitzicht op de bergtoppen van de Faeröer.
Voor meer informatie over rondreizen op een zeilschip kijk op: